
Zonder chronologie, net zoals mijn denken, schrijf ik kriskras wat er op dit moment voor mijn geestesoog verschijnt. Meestal gestoeld op mijn ervaringen, soms over wat zou kunnen of wat ik al verwezenlijkt heb in mijn turbulente levensloop. Hetgeen volgt is een belangrijke ontwikkeling op weg naar wie ik in mei 2019 ben.
In april 2010 heb ik me de eerste keer vrijwillig laten opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis. De reden was dat ik de weg volledig kwijt was en letterlijk niet meer functioneerde in mijn job in de seinkamer van Brandweerzone Antwerpen. Bij de minste drukte tijdens het radioverkeer kon ik helemaal niet meer correct reageren of kwam ik niet meer tot juiste conclusies om de passende hulpwagen naar de betreffende interventie te sturen. Op een gegeven moment kreeg ik zelfs een soort van angstaanval om gewoonweg na de shift huiswaarts te kunnen rijden.
Al een tijd lang voel ik me zo verloren, volledig mijn zelfvertrouwen kwijt, uit mijn lood geslagen, slaap ik niet meer of net weer te veel. Uitleggen aan mijn omgeving lukt niet omdat ik op op dat moment helemaal niet weet wat er precies aan de hand is. Er zijn constant diep donkere gedachten die me uitputten, het zweet breekt me te pas en te onpas uit en ik ben daarenboven gigantisch gefrustreerd over al die negativiteit in mijn hoofd.
Ergens in april 2010.
Na een leuk etentje met vrienden van de tattooshop, waar ik in mijn vrije tijd in opleiding ben, keer ik terug naar huis om op tijd in mijn bed te kruipen. Morgen is het alweer alle hens aan dek bij brandweer Antwerpen. Al een jaar ben ik samen met enkele fijne collega’s aan het werk om de seinkamer op poten te zetten. Eerst wordt alle hardware gecontroleerd en na een tijd wordt de software getest door alle mogelijke scenario’s de revue te laten passeren. Voel me goed in deze rol en geniet van het werk.
Na het etentje waar de nodige wijn werd genuttigd ga ik nog even achter de computer zitten. Vanuit het niets wordt er rond mijn tengere lijf een gigantisch droevig donker deken gedrapeerd. Met tranen in de ogen bekijk ik de foto’s van mijn kinderen die ik in de loop der jaren heb verzameld. Met een fles whisky en een cola op mijn bureau overdenk ik mijn beslissingen van de laatste 2 decennia.
Het zelfverwijt over het verlies of het in de steek laten van mijn twee oogappels nemen reusachtige proporties aan. Mijn verkeerde keuzes op amoureus vlak worden uitvergroot in mijn sterk aanwezige negativiteit. In die neerwaartse denkspiraal probeer ik oplossingen te zoeken voor situaties die al lang vervlogen zijn. “Was ik niet beter alleen gebleven… zou ik het nu niet anders aan moeten pakken… moeder waarom leven wij?”
Na nog een tijd verder drinken en een handvol diazepam schrijf ik een afscheidsbrief. Ik kan het allemaal niet meer aan en besluit om uit het leven te stappen. Over mijn daaropvolgende meerdere pogingen gespreid over een jaar vertel ik later wel als voor mij de tijd rijp is.
Wat mij vandaag echter maakt tot de positieve 50 jarige man met een speels 16 jarig kantje, heb ik alleen kunnen bereiken met vallen en elke keer weer opstaan. Gelukkig heb ik in 2012 mijn bipolaire diagnose gehad en goddank ben ik enkele keren met mijn hoofd tegen, of liever gezegd dóór de muur gelopen. Mijn herontdekte manier van denken heeft mij doen groeien naar een man met bepaalde doelen in mijn-weet-ik-veel-hoe-lang-nog leven, manieren om die in dat opzet te slagen en vooral om mij niet te laten triggeren om mijn mentale gezondheid niet op het spel te zetten.
Leef vandaag, hier en nu want morgen is het misschien gedaan, want weet je: het leven is te kort om tijd te verliezen en onderweg vergeten te genieten! 🔥
