Doorsnee ochtend

Mijn dagelijkse reis naar Antwerpen begint om tien na vier, ‘s morgens welteverstaan. Mijn ochtendhumeur heb ik helemaal onder controle omdat ik het liefst alleen opsta. Het is niet aan de orde om rond te lopen als een grommende beer als er niemand in de buurt is. Ondertussen weten en begrijpen mijn huisgenoten dat ze mij even de tijd en ruimte dienen te geven om wakker te kunnen worden met een sigaret en koffie. Die koffie drink ik half om half. Halve tas melk met honing en andere helft koffie. Het klinkt raar, maar ik hou niet zo van de smaak van koffie. Het is zelfs zo dat mijn smaakpapillen in opstand komen bij een puur onverdund bakje troost. Ook mijn gevoelige maag rebelleert bij die bittere smaak.

Na een aantal trekken van mijn zelfgerolde sigaret met filter en een paar slokken koffie ga ik aan de slag. Dan smeer ik boterhammen met nutella en speculoospasta “crunchy” als ontbijt om af te sluiten met een thermos verse koffie. Vervolgens ruim ik de salontafel op, zet ik alle afwas van de vorige avond in de week en soms denk ik eraan om onze 3 poezen eten te geven.

Daarna ga ik weer buiten op het terras als het niet regent, met mijn tablet of gsm erbij. Bij het roken van mijn tweede saf check ik mijn e-mail, bekijk ik mijn Facebook en Instagram account. Voor ik naar het station vertrek bekijk ik dan mijn laatst genomen foto’s om er eentje uit te kiezen om te bewerken in een foto app en vervolgens te posten.

Om tien na vijf ga ik richting slaapkamer om een afscheidsknuffel te geven aan mijn vriendin en nog even mijn hoofd te begraven in haar heerlijke boezem. We wensen elkaar goeiemorgen en fluisteren wat lieve woorden in elkaars oor.

Fietsend vertrek ik naar het station en de ochtendkilte maakt mij bijna wakker. Om half zes is er gelukkig nog bijna niemand in de stationshal. Mijn complexe persoonlijkheid werkt bijna elke keer dubbel. Mensen rondom mij werken altijd op mijn gemoed. Bij dageraad ben ik helaas niet zo’n mensenvriend en kruip ik liever onder de eerste beste steen. Dan verwens ik meestal iedereen die fluitend opstaat met een vrolijke gemoedstoestand, begeleid met een glimlach van oor tot oor.

Bij een goeie ochtend slaag ik er wel in om een voorzichtige lach op mijn gelaat tevoorschijn te toveren en kan ik zelfs alles prima relativeren.Wat mij vooral elke keer opvalt is dat heel veel medereizigers in de trein, op de bus of in de tram, er nagenoeg niet in slagen om een ontspannen indruk na te laten. Iedereen zit uiteraard in zijn of haar eigen wereldje of is naarstig bezig met gsm, laptop of tablet. Een begroeting is er nauwelijks en ik blijf koppig volharden in de boosheid en begroet steeds opnieuw de chauffeur en de andere passagiers. Jammer genoeg gaat dit vaak gepaard met een stilzwijgen, zelfs af en toe een complete weigering om mijn beleefde groet te beantwoorden. Nu en dan zijn er zelfs mensen die mij bekijken alsof ik van een andere planeet afkomstig ben of een vijandige blik, op hun hoede voor die rare man met zwarte kleren, haar op zijn gezicht en ongetwijfeld boosaardige bedoelingen. Over de zomermaanden waar mijn getatoeëerde armen te zien zijn ga ik het zelfs niet hebben. Toch hou ik vol en springt er af en toe een enkeling uit met wie ik een aangenaam, eerlijk vrijblijvend gesprek begin.

Mijn open, meestal licht glimlachende gezicht zorgt er soms voor dat ik door een barrière breek als ik mensen vriendelijk aanspreek. Over het algemeen begin ik een gesprek met wildvreemde mensen door over koetjes en kalfjes te praten. Als iemand bijvoorbeeld een boek leest stel ik een vraag over het verhaal of de auteur. Dit is echter nog geen garantie dat alle boekenliefhebbers zin hebben om met die rare kwast even een gesprek aan te knopen.

Zo nu en dan lukt het wel en ga ik verder met de vraag of ik vragen mag stellen. Tijdens zo’n babbels voel ik me de koning te rijk en is mijn enorme honger naar info en weetjes toch een beetje gestild.

Plaats een reactie

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close